Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zegt de Heere HEERE: Wee over die dwaze profeten, die [4]hun geest nawandelen, en hetgeen zij [5]niet gezien hebben! 4. Dat is, hun eigen verstand en ingeving volgen in het voorstellen van hun gewaande profetieen. Vergelijk de aantekening op vs.2. 5. Te weten dat hun in enig gezicht van God vertoond zou zijn, om dat uit zijn naam het volk te verkondigen. Het woord zien is dikwijls aldus genomen, gelij Num.24:4; Jes.30:10; Klaagl.2:14, en hier onder vs.6,7,8. Hiervan worden de profeten zieners genaamd. Zie 1 Sam.9:9, en 2 Kron.9:29.